Categorieën
lyriek

Daily Délie I

L'Oeil trop ardent en mes jeunes erreurs
Girouettoit, mal cault, a l’impourveue:
Voicy (ô paour d’agreables terreurs)
Mon Basilisque avec sa poingnant’ veue
Perçant Corps, Coeur, & Raison despourveue,
Vint penetrer en l’Ame de mon Ame.
   Grand fut le coup, qui sans tranchante lame
Fait, que vivant le Corps, l’Esprit desvie,
Piteuse hostie au conspect de toy, Dame,
Constituée Idole de ma vie.

Daily Délie: elke dag een nieuw dizain van de Délie van Maurice Scève. dat was althans de bedoeling.
voor noten was vooral de monumentale Edition critique van Gerard Defaux, Droz 2004 een aangewezen bron.
De vertalingen zijn bescheiden verduidelijkingen van de originele tekst in begrijpelijk Nederlands.

noten:

Het eerste dizain is het innamoramento, het beschrijft de initiële coup de foudre van de verschijning van de Geliefde.

r.1: ‘L’ Oeuil’ : omdat de liefde verlangen naar schoonheid is, is het zicht de primaire recipient van het innamoramento. Voor de neo-platonici is de zichtbare schoonheid niet beperkt tot het fysieke. De formule van Ficino (commentaar bij het banket, II, 3 en bij Phèdre,9) geldt hier:

“Pulchritudo est consummata luminis intelligibilis intelligibitiumque explicatio”
(De schoonheid is de explicatio van het intelligibele licht en de intelligibelen)
>JOUKOVSKY 1996, p.212

Die explicatio is echt de uitvouw van de schoonheid binnen het neo-platoonse systeem met God als centrum van vier sferen met hun ‘vatbaarheden’ (Geest-Ideeën, Ziel – Concepten, Natuur-Zaden, Materie-Vormen, zie Ficino, hier geciteerd)
Op analoge wijze aan het intelligibele Licht penetreert de Basilisk Corps, Coeur en Raison en ploft in de Ame de mon Ame….

r.1:‘en mes jeunes erreurs’  cfr Petrarca 1,r.3 “in sul mio primo giovenile errore”

r.2: girouetter: ronddraaien als een weerhaan – mal cault: onvoorzichtig, onnadenkend

r.3: ‘paour d’agreables terreurs’: ik veronderstel dat we dienen te lezen ‘angst voor aangename kwellingen’ of is de ‘paour’ de schrik die een einde kan maken aan de aangename kwelling van de Liefde? In het Engels wordt de frase doorgaans vertaald als ‘o fear of pleasant terrors’
‘agreables terreurs’ is natuurlijk een Petrarcaanse antithese, een oxymoron

r.4 Basilisque: de Basilisk is een fabeldier in de Christelijke traditie, recent nog opgediept in de Harry Potter boeken, een slang wiens blik dodelijk is,  een in de 16de eeuw nog erg levendig Duivelsgebroed, symbool van het kwaadzie Isaia 14:29 en Psalmen 91(90), v.13: ‘Super aspidem & basilisum ambulabis: & conculcabis leonem & draconem’
Scève kende de Basilisk misschien van het Hierogliefenboek van Horappolus, naar men aanneemt eerst in het Egyptisch geschreven en in de 5d eeuw naar het Grieks vertaald door een verder onbekende Philippus. Vanaf 1517 begon het boek in Latijnse vertaling te circuleren  in Europa, hier de twee desbetreffende bladzijden uit een eind 19de eeuwse Grieks-Engelse uitgave:

r.6 Ame de mon Ame: gaat via Leon Ebreu terug op Marcilio Ficino’s commentaar op Plato’s Liefdesbanket, het onderscheid tussen het natuurlijke en het goddelijke licht in de ziel. Het Idool appeleert natuurlijk aan het goddelijke licht, Scève dient eerst nog door zijn ‘épigrammes durs’ zijn blik te reinigen, net zoals Petrarca’s Laura-beeld nog gezuiverd diende te worden, ontdaan van het aardse ballast

r. 8 ‘vivant le Corps, l’Esprit desvie,’: het lichaam wordt dat van een ronddolende waarvan de Geest ontdaan is (desvie>lat.deviatio: ontsporing, de weg kwijt van het leven) die wordt overgeleverd aan de gratie van het leidende Idool.

r.10 ‘Constituée’ vertaling van de formule uit de Psalmen ‘in conspectu ejus’, in zijn aanschijn
‘Idole de ma vie’: dit is volgens Defaux een kerngegeven van de Délie: de dichter stelt zich hier heel erg subversief op als ‘idolator’ , verwant aan Prometheus die de  vlam van de goden stal, die zijn Delie als opperste deugd aan de mensen aanbiedt en, op het blasfemmische af, in weerwil van alle veroordelingen van verafgoding. Délie is zijn Déesse en hij zal er geen jota aan veranderen (zie Dizain 75)

vert.

Het oog te vurig in mijn jonge dwalingen
tolde dol, onbesuisd, willekeurig:
Ziehier (o schrik van aangename ontzettingen)
Mijn Basilisk met zijn sterke blik die
snijdend door Lichaam, Hart & ontzette Rede
de Ziel van mijn Ziel komt binnendringen.
Hard is de slag die zonder snijdend blad
Maakt, van ’t levend Lichaam, de Geest ontdaan
Een zielig offer aan uw aanschijn, Dame,
Geconstitueerd Idool van mijn leven.

Hier is nog een artikel op Lettres & Arts dat ik tegenkwam, waarin dit dizain ter sprake komt : https://www.lettres-et-arts.net/histoire-litteraire-moyen-age-16eme/poesie-amoureuse-maurice-sceve-delie+24

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.