7.
Er is een dieper donker in het duister,
Dat groeit wanneer het avond is & koud.
Het vreet er van het leven weg de luister,
Het neemt de liefde af & maakt ons oud.
Er is een kilte erger dan de koude
Die mij dieper trekken wil & ver van jou
Tot waar de ijswinden razen & ik
Te rillen sta & in het gure stik.
Mijn naam ligt daar in dure scherven blauw:
Geheel mijzelf ben ik alleen in jou.