In het vage, bij de ochtendschemering
waar wij elkander rakend maken, rank
rijzend uit de zwarte spiegel van de nacht:
ik reik naar jou alwaar jij reikende klank
begint te maken, een zucht verheerlijking
van het zachte dat wij in elkander brachten.
Lila lilt jouw tong mij in de mond het blauw
& ik herinner mij het vuur in jou.
Jij laait weer op, jouw dag slaat sluitend aan
de nacht waarin u mij vervoering bracht.
Categorieën