her
Jouw valse munt je misse mengeling ik heb
& hou ze draaiend in mijn mond maar dit
& deze karteling is nu de mijne & het licht
valt niet in jouw verband, je doos houdt
op, je krijgt je woord terug, het hangt
als medaillon bij winst te blinken: wie
is waarde onder deze wemelwolken, wie
verzwijgt behendigheid in het vermijden,
wie houdt deze aarde vast als goed & zet
beweging in het doen van denderende
daden, wie verwekt de vreugde als het kind
van het lamlendige falen van dat wat ik bepaal,
& ik omcirkel met de bezwering van je fluo-ik, het
nepkistje ik in de straal van de levende zon?
&
Neen: ik ben er niet de telefoon staat af ik lach &
dwaal in het wonder dat je in mij hebben wou (1 op
1) ik leef met in het roesten van bestanden iets
dat lijkt op jou, een wulpse warreling, een schijn
die het van g*ds gave & mjjn dagelijkse lijden hebben moet,
moest. sure: ik heb de beelden in mijn hand gegrift, ik selecteer
ze allen & jij drukt op snij, ik pas, het past mij niet,
de nacht is niet diep genoeg de dag te duur de duur te kort
het stuurse ik dat bekt dat ik het ben terwijl jij vreemd
te mokken in de vezels van een ander gaat. crash wat
je wil schat, ik ben het goed zat. ik heb je mozart in
mijn pink & in mijn herenslipje hangt je hart te bonzen
& kijken doe ik, zien & zuigen, volle teugen in & uit het hol
waarin je dacht dat ik & dacht dat ik maar denken deed & nee
dat doe je niet. Overbodigheid (je maraton is methadon).
der
Zie: dit is mijn vinger.
kijk: hier beef ik, ik streel
het topje van een gigantische schoonheid
met de rafels van jouw l-woord
(cfr. de akte in appendix)
een rimpel in het reine
gelaat van het licht
dat je niet toelaat,niet
toestaan, stand, kan, etc.
de zeppelins
van wat ik rakelings weer
missen ga zijn airborne.
shit meis, nog effen & je bent je
weg kwijt.