je souffle mes gardiens: tu et moi, tu et moi.
je wrijft je varkensblaas stram, je bent mooi,
de haren wapperen krols je zwarte nek uit.
corps-porcs.
berichten eindigen bij de verzender. stof.
hier, ik walg van je. je bent een het. je bent
het waard. stomp. pons. fronsfacade. poes.
fruit. je blowt je zuur aan groene kool. er
sluimert iets, de tijd is b ijna daar. aai. je
kan enkel vermoorden wat je zelf maakt.
pfft. het niets komt altijd klaar.