ik snij & kerf in u omdat het snijden moet. plicht. uw
lach is hol de verf erop barst bij gebrek aan verve.
sjaal. uw rauwe keel wil ik & dan ontbreekt je elke klank.
van onrecht schreeuw je mocht je kunnen & van haat
& nijd. ja, dat. jullie kunnen me wat. kunst. phwiet.
ik zie je aarzelen & dan weer net te snel het volgende
bedenken. ‘slaafs sleep ik mijn gedrochten ter slachting.’
‘bedelend om aandacht bedeel ik mij het minste kwaad’.
zwarte mensen sterven in de straat de straat spoelt weg fast
forward & je voelt het. de beelden schieten klinknagels
op je tong. in holland stond een huis. verguist. kommer.
ja kom maar, tem me dan, als je kan. je bank ontploft. schade.
de spaanders schieten je als balken in de ogen. hooikoorts.
het geil op je gezicht verbleekt. je wangen trommelen. dood.