ik slik. de koude in mijn beenderen wordt
zwoelte van omzwachtelende slangenvellen
ik heb u lief zoals de liefde zich in goud vertaalt: ik baal.
ik bek mijn woede uit het schuim op zoenerige lippen.
eenzaamheid heeft ook de ware toedracht van
het menselijke in mij onthuld. ik schrik. slik.u.
gij zijt somtijds de schoonheid in uzelf zo radeloos kwijt.
er komt dan bitterheid, kwaad en nijd. en dan weer spijt.
slijk is niet noodzakelijk erger. verslinger u maar
in mij. eigen zwaarden hakken in mijn hoofden wel de
zwaarden af. liggende vingers tintelen als ontlastte sintels.
een uur is een uur is een uur maar daarin zitten geen
seconden. tijd is van geen tel. spelenderwijze spel ik
jouw man uit tot het gorgelen van een veelvoud aan orgels.