de avond is een klomp
ik kruip het scherm in waar jouw oog
een leegte uitstraalt
die ik ieder aanbevelen kan in
lege woorden die van loze klanken zijn ontdaan.
er is geen wij. er is een ons dat sterft in mij.
het dienen dat wij dienen draagt het lege uit.
span strak de bogen, scherp de blik: dit wordt het vergeten einde
van een eindeloze strijd. de aarde beeft om ons. tril mee.
vernietiging door drank klinkt zielig dan en houterig als
een café dat van geen sluiten weten wil. het stinkt
er ochtendlijk naar jou en mij, verschaald. vergiffenis,
erbarmen, mijn smeken zit vol met slangenbeten.
het moorden zit in alle woorden. o stem,
schrijf mijn adem zwijgend in de adem uit
tot een krioelen van maden.