nergens in dit verdampende land verdraagt men nog
dat ik mij zo letterlijk verwoord. afzichtelijk
derhalve en zwijgend tenminste sta ik als boom
tussen de bomen, bloesem op de schrielte.
jouw dag is mest. jouw stem vorkt mij af
en terwijl jij triangelt
diep in het engelachtige
gieren de kraaien.
ik hoor tot de bossen van onwil
en jou toe, maar jij luistert
enkel nog naar jouw god die mij
in jou zo heerlijk zacht
verkracht: o
agape.