voor kv
er is geen behoefte aan morgen
er is een open kraan, het oude dweilt er
het zwart op, het nieuwe wringt het uit
in de emmer van de stilte
iedereen is als de dood voor beweging
maar iedereen is enkel ik plots hè
de distels in mijn lijf overwoekeren mijn ziel
ik wil wel hout vast houden
maar het hout wordt pulp
rond de as die wij waren
waart de echo van een lied
dat het lied is van de wil die wij waren
toen wij nog samen lagen te jammeren
in de eeuwigheid van ja
hier zijn we nu
wij waren jaren zo en nee er
is geen behoefte