als een walsje in een goksalon
u hebt mij met uw oude doeken langzaam toegedaan
ik dicht. er is geen lucht meer tussen onze takken
alles krampt om u & perst mij uit. het zilver spreekt
in zilver & de dagen praten dagenlang de nachten
zien de nachten niet meer zitten schijn bedriegt
maar niemand liegt want alles staat in ogen lang
voordat de strijd begon uw hart kwam klaar
terwijl ge nog maar net aan uw verhaal begon
waar gij mij dwingt ter ondergang was eerst
de opgang van uw zon. gij straalt al klaar waar
in de goot de afloop loopt gij hoopt niet want
uw angst is groter. hoger. mooier. edelheid
begint waar uw gebeente glimt, schoonheid is
het als gij in mijn kolken zingt uw baan loopt uit
wij schitteren tussen het af van het af in mijn uit