“die tijt es donker ende cout:
dies droeven vogele ende dier”
de dagen duren uur na uur de hond
ligt moede in het donker & de kou
glijdt door de zwartste gaten binnen
in de tijd. de stilte druipt in pegels
van je huid & al voel ik nog je armen
naast mijn armen graaien, in je woeste
willen val je, glij je, sta je, grijpt je
lichaam niets van mij & gaat je licht
weer weg & ik er klein & langzaam uit.
ooit vermocht ik hier mijzelf te rekken
tot een tomeloos besluit. nu komt het wit
mijn duister in & sluit je uit mijn woorden
mij als lettergekte, toeval, noodlot uit.