in ’t raamwerk blijft gij fonkelklaar,
een blouse met kleine borstjes
die op bloeien staan
zie ze
vertekenen
waar gij het kruis aankleeft (gebaart ge wild – uw armpjes slaan als kollibri’s)
waar ge uw leven laat (ik krijs
met het krijsen der krijsenden in het
woud daarvan) vlek
is de vlek die zingt van vis
witte vis
zwarte V die lekt
(haar donker in het wit) gevangen
(in)