Reïncarnerend
De lucifer die je kende & knakte is het stoffen staafje
dat ik plet tussen twee natte vingers die ik effen
van je leen & ondertussen verlustigt u lieden zich
in het begaan van het ene onrecht na het andere door
mij halsbrekend & reikpiemelig uit het dwaze gehoekte
van jullie woordelijke dwalen te breken , ik zie ik zie
zeg jij (terwijl de hippe quizmaster klaarkomt op een alfa)
de plas bruine geheugenkoek met eigen nat erbij
dat ik in je ogen was, die brij daar, zei jij,
dat ben jij.
Hoe meer ik breek echter hoe fijner mijn stof
hoe zwaarder ik in je longen kom te liggen
hoe sneller mijn roest je kankeren voedt, nou
jij weer (wist ik het niet).