[geritsel van muizenissen op zolder – ruis van een tv zonder ontvangst, een druppende kraan – het waait binnen in de verlaten woning]
[plotse lichtflits als van een gigantische flitslamp – solfergeur in de olfactorisch uitgeruste projectiezaal]
[…]
Bon, lieve muisbevingeraars, het is nu goed & wel winter, de bladerkens van de bomen rotten onder de bomen, de kindjes – uw kindjes, mijn kindjes, onze kindertjes – staan op hunne speelplaatsen te bibberen & van Pieterbaas te zingen, de beurzen crashen alsof het ongeduldige ijsschotsen zijn, de eerste opstanden der horden gedesillusioneerde Chinese werknemers staan voor de deur, de olie is efkens wat goedkoper om straks des te desastruezer onbetaalbaar te worden (da’s wel een heel ouwe toneeltruk), in Afrika gaat het naar oude gewoonte gezellig van kwaad naar erger, & wij, ocharme ons, wij moeten weer hoogdringend onze honderden euro’s over de balk gaan gooien omdat we elkaar allemaal toch zo graag zien & we kunnen dat alleen maar tonen door hopen plastic rommel te kopen voor elkaar, een berg duurzaam afval waar we ons twee tot drie weken mee kunnen amuseren, maar waar hoegenaamd niemand beter van wordt.
Het is misschien tijd dat we een beetje to the point komen. Hier bijvoorbeeld. Of nu, wat, in deze context, krak hetzelfde is, of toch bijna.
Trouw aan onze dynamische, proces-geörienteerde manier van werken gaan we hier in cirkeltjes to the point komen. De cirkeltjes nemen alras, over de tijd heen, de vorm aan van spiralen. U zal die spiraal misschien nu niet waarnemen, maar ze is er wel degelijk. Het punt, dat zal u wel voelen, maakt u zich daarover maar geen zorgen.
De spiraal van deze écriture, dit codeverloop, loopt af naar het punt waar ik daarnet in het Engels al over had. Dit is het punt in het netgebeuren Anke Veld, waarop de auteur, in de grote Realistische traditie, zélf het woord neemt, & als een soort Deus ex Machina over de rug van zijn personages heen – ach de zielige freudeske afsplitsingen- de Waarheid als een lillend Lijk van mr Bean op de lezersschermen kwakt.
Ja, lieve schermklevertjes, ik ben het, de Auteur Zelve!
[u hoort het niet maar wat u niet hoort, is het ruisen van een mondiaal wijsvingerig muisgeklik met de lege functietoets]
(Hetgeen volgt is niets minder dan Waarzeggerij. De grote Truuk van Waarzeggerij is altijd geweest dat de Waarzeggerij Waar (b)lijkt omdat de zeggerij vanzelf leidt tot de Waarheid van het Gezegde. Eat your heart out, Nostrodamus. )
*—–*
*
U lacht, maar grappig is het allerminst.
Het punt waar ik u wil naar toevoeren is namelijk een afgrond. Het punt is het punt van de catastrofe.
Een catastrofe is niet goed. Een catastrofe is niet slecht.
Een catastrofe is een catastrofe.
De catastrofe die we zich zien voltrekken is een algemene catastrofe, het raakt onze samenlevingen in alle aspecten.
De catastrofe is onafwendbaar. De catastrofe is onafwendbaar omdat ze ingebakken zit in het humane als gebeuren.
Wat er ook gebeurt, het zat er sowieso al heel de tijd aan te komen. De catastrofe ontsnapt ook volledig aan alles wat wij controlemechanismen noemen, of wat wij aan politiek of economisch of socio-cultureel beleid kunnen verzinnen. De catastrofe ontsnapt daaraan, dat is eigenlijk een verdraaiing van het feitelijke want alles wat wij controlemechanismen noemen, of beleid, maakt in feite deel uit van de Verglijding naar de catastrofe, & , in uw geliefde object-gerichte jargon, waar alle fictioneel in het leven geroepen objecten de neiging hebben om het hen omringende op te slorpen zodat enkel zij in het zichtbare, bespreekbare veld staan te schitteren, eigenlijk feitelijk dus van de Catastrofe zélf.
De catastrofe is in vele opzichten te duiden als de topologische versie, het model, van een topografische realiteit, een veelheid van Rampen.
Rampen zijn niet goed. Rampen zijn slecht.
Ge ziet dat er een verschil is.
Waar er een verschil is, is er ruimte. Waar er ruimte is, is er tijd. Waar er tijd is, is er leven. Waar er leven is, is er (helaas) ook hoop. Helaas want de hoop leidt op middellange termijn naar (nieuwe) catastrofes.
Maar we kunnen dus wel iets doen? iets dat zin heeft in het licht van de catastrofe (die zich vertaalt naar een veelheid van Rampen)? Inderdaad.
Maar daarnet brabbelde u toch de onheilspellende woorden dat elk beleid ‘mee’ in de catastrofe zat, wat is het dan?
Het is zo dat elk beleid gedoemd is om mee ingesloten te zitten in het Binnen van de Catastrofe (de topologische functie die het Gebeuren bepaalt), dat belet niet dat een goed ingericht beleid, gefundeerd op een objectieve en wetenschappelijk steekhoudende analyse, aan de hand van statistische prognoses perfect kan beletten dat de vertaling van de topologische Catastrofe noodzakelijkerwijze dient te leiden tot humane rampen. Om het poepsimpel te zeggen: het moet er ergens uit, maar dat hoeft geen mensenlevens te kosten. Overal waar het dat wel doet zullen wij in het perspectief van het toekomende verleden gefaald hebben.
Observatie. Analyse. Modellering. Prognose. Feedback van de observatie. Bijstelling van de Modellering. Implementatie van het correctiemechanisme. Kleinschalige hard-gecodeerde implementatie. Observatie. Analyse. Modellering. Feedback van de observatie. Bijstelling van de Modellering. Implementatie van het correctiemechanisme. Replicatie van het geïmplementeerde (untsoweiter, lees – of beluister– er desgewenst Bernard Stiegler maar op na, die eigenlijk, in neo-kathedraalse optiek, al jaren zit te hameren op de noodzaak van iets wat onafwendbaar is – voor ons gaat het dan ook eerder om het hameren op een bewuste en dus meer efficiënte implementatie van wat toch sowieso gebeuren moet & zal, een machinale doorvoering van het machinale, een loslaten is het, in zekere zin, van onze geliefde – & in sommige gevallen, de ons vervloekende, creaties ).
Dat soort kak. Maar dit is geen aanbeveling, of zelfs maar een opinie. Dit is een vaststelling.
Immers: dat doen we al, dat programmatische verloop dat ik bruut kenschetste met die woorden, dat gebeurt al as we speak. & Het genereert oplossingen, & die oplossingen blijken te werken. Dus die oplossingen verspreiden zich, eerst druppelend, daarna massaal & vervolgens, omdat ze in elkaar haken, op de rug van de problemen, viraal. Reeds genoemde Bernard Stiegler onderzoekt in deze materie momenteel het dubbele van de kuur/gif medaille, de problematiek van het pharmakon, iets waar iemand als Christina McPhee ook al mee bezig bleek. Zelfde input, zelfde kak.
Op die manier, buiten ons om, zorgt de catastrofe zelf voor een Valruimte.
De Valruimte van een Catastrofe is de plaats voor & (gelukkig voor ons) ná de COLLAPSE.
De catastrofe is immers naast alles wat ze is ook een teken aan de wand.
De Wand is wat het humane scheidt van het niet-humane, het Buiten, een voor ons onbereikbare exterioriteit. Het grote hors-champ, het horrifieke off-screen in de film van ons leven. Een teken aan de Wand is eigenlijk een exces op de humane betekenis, een wildgroei die zich voedt aan het humaan waarneembare, maar er niet de wetten van volgt.
Het teken aan de wand is dus een verzameling teken. Ge moet daarmee opletten want ge kunt daar serieus ziek van worden.
Na de catastrofe is de catastrofe weg.
Tijdens de catastrofe resulteert het voltrekken van de catastrofe zich in de vorming van een Scheur.
Voor de catastrofe was er schijnbaar geen vuiltje aan de lucht.
*—–*
*
Welkom in de Scheur van uw bestaan.
De Scheur is niet een iets, de Scheur is een gebeuren.
De Scheur is een onafwendbaar gebeuren.
De Scheur zal ook uw leven een beslissende wending geven, omdat er hoe dan ook een ogenblik zal komen dat u met één voet aan de ene kant komt te staan, en met een andere voet aan de andere kant, en dan zal u moeten kiezen.
Niets is zo verschrikkelijk als verplicht worden tot een keuze waarvan de gevolgen u verborgen blijven. Toch zal u die keuze in die hoedanigheid moeten maken.
Deze slierten slecht afgeschermde CDATA zijn de vijf jaar durende missie om u dwars door de viscositeit van het rot om u heen botweg daar te brengen waar u altijd al had willen vertoeven, maar het niet goed durfde te vragen: de Vrije Ruimte Voorbij de Scheur!
[begintune met theremin-motief – camara zwenkt naar lichtjes uitzinnige Auteur , behept met Puilogen van de Pillen & zoeft dan wég, het Verre Onbekende in]
!
[einde klankband]