Sunrise
het donker tokt op de hoofden van de horizon
een tong krult dat ze plassen moet, elk oog
staat bol van de leugens maar in de geulen
van het licht wiebelt de slang van de vreugde
hogerop, kronkelt langs de streepjeskatten
tot bij de schots & scheve vensterbanken
het zwalkhuis braakt de nacht op de velden
& de velden slikken, hikken, schikken zich
in akkers, koeienwei & macadamweg.
de postbode kiepert dikke enveloppen
paprikapoeder en witkalk in
verdrietige blinkbrievenbussen
overal loopt een vader uit werken
de hoekjes van de straat af met een bruin
boekentasje boterhammen
op naar de ploegbus
uit de kieren van uw dromen
stoom ik weg, in zon vergaan
& in de letters onderaan
blijf jij als laatste
knikkebollend staan
They Dwell on Other Planes
wij niet zeggen ze wij niet
dus haak ik een lapje
verder in het wereldwijde flapperen
(iemand zal mij moeten weerhouden
of ik zeg het allemaal & wat dan?)
uit het behang komt een schaduw de muren afgekropen
het geheel verliest het van het bijzondere, de tik
in het tikken van de klok tikt verder dan het tikken
tikken kan & de tik is te waar om mooi te zijn
wij niet zeggen wij (ze hebben
het haken aan de haak gehangen)
vroedvrouwen verlossen mij vervolgens
uit de klauwen van het lidmaatschap:
in vloeibare wol met dikke klonters
& tegendraads gerinkel blijven wij
wij niet
zeggen
wij niet
Earth Primitive Earth
de telling is telkens dezelfde
maar tijdens het tellen
verschuift hetzelfde
van hier naar daar
een borst beroert katoen
de vogel houdt zijn vliegen in
ik heb haar nu gezien
(als ze voorover buigt
ontploft het licht in het licht
van haar gezicht)
van daar naar hier
is de telling dezelfde
maar tijdens hetzelfde
verschuift het tellen telkens