onrust
het naderen & vragen
in je zwartleren jekker
met donkerrode spitsruiten
je grijze vleeslappen
prondels tussen de zogklamp
deze arm (neem een arm)
deze hand (neem een hand)
die je de mist aandraagt, in je haar
opdrijft het gefonkel
in straatlamplicht, jij,
oh jee, ja, jij
(allemaal samen))))
waar er op hetzelfde ogenblik (negen ballonnen in de wind)
indien de klant met betrekking tot de uitvoering (guur & donker)
de omtrek drie maal (tok pad diep tok dap)
genoegdoening omdat je hand (pak plak palmt lap
pal tegen het raam)
het verraad is je
het gezicht ingegroeid, de scherven
lachen je lach stuk, je mond
sijpelt je tong kaduuk
(ja jij, oh jee) (x3)
hier, ervoor, nu, te laat, straks
de zee op
productie productie productie
op elke derde een ik
het einde van de aanvankelijke duur
je schoen op je neus, je neus blinkt, scheurt op het beton
het wrede ik het wrede dwars door je speklagen
wit, wit, rood, zwart
flitst witte schittering flets je water
zwart
zw)
t
breek