Wachet auf ruft uns die Stimme
Hier was de straat met de ronkende brommers.
Hier stond het blok met de schurftige kamers.
Hier groeit het grijs uit de spleten & de spelonken.
Je kijkt naar de weelde maar je ziet niet wat je wil.
Je wil wat je ziet maar je ziet niet de weelde.
De weelde vermoeit je verwende geweten.
Het groent in je buik & je wil het niet weten.
Het groeit in je hoofd & je wil het niet voelen.
Het stolt in je leden tot een dodelijk heden.
Badoem badaboem badaboem badoem:
Ik klop op je hart om je lijf te bebloeden.
Boem badaboem badaboem badoem:
Alleen in jezelf kan je stromen naar ’t goede.
dv, 5/10/2008 20:14, herwerking van dit, toen