wij zijn uw schuldenaren wij stappen & strompelen in rijen twee
aan twee gebonden opdat het rot van de ene het rot van de andere
verder kan aansteken & wij tot elkanders spiegel versmelten kunnen
maar niet te snel want gij rukt ook nog somtijds aan onze touwen
opdat de horror zich mooier zou aftekenen in onze inzakkende gezichten
wij zijn uw schuldenaren wij dragen het schaarse water dat enkel wij
nog weten te vinden in nappen & schalen & de hand aan het einde
duwt de schalen om & de nappen slaat zij ons de handen uit
& de slaafse burgers lachen & bieden ons het schurft op hun huid
want wij zijn uw schuldenaren & wij stappen het troosteloze einde
tegemoet & het water bengelt ons de vurige billen langs & langs het
verschrompelde lid waarmede wij enkele jaren genade konden
afdwingen & wij schreeuwen niet want wij dragen waardig het leed
van allen die de schurftproductie mogelijk maken door zich het bloed
& het zweet uit hun hongerende lijven te laten persen & u spreekt dan
van onrecht & ach & ja maar het is niet ach want uw rijen zijn recht & u lacht
terwijl ge uw kinderen desnoods met slaag de nodige trukken bijbrengt
om ons niet in de ogen te moeten zien als het uw beurt is om te slaan
met de hand & daarna de hunne want het is ook allemaal niet hun schuld
maar enkel die van ons want wij zijn de schuldenaren & ze moeten
het toch van iemand leren & zo is het wel lang genoeg want de mensen
hebben daar geen tijd voor & gij krijgt niet eens een boekske vast gij