de kruinen wiegen in de wind & er is wilde liefde in de regen die de bange bladeren vertelt van hoe het weldra stormen gaat hoe gij mij in uw modder plat gaat duwen hoe blijgezind gij op uw daken dansen zult hoe diep gij in uw tieren niets dan gij & gij & in […]
Maand: september 2008
twee wijzigingen ivm DARING LAND, de Grapes of Art expo en de erbij horende eerste verruimende voordrachtavond entitulé SLUIS, öder Soirée Libre Grapeïste des Sonorités Lyriques de locatie is verschoven (“floep”) naar de Lakense straat nr 60 ook wel bekend als Soixante Rue de Laeken het programma wordt uitgebreid met een eerste lezing van de […]
omtrent # 590-8392945-46
in de gleuf van het gekende helpt geen zwaard of mes of stoot. in de sleuf van het verglijden is het nakende bekend. g*d’s onwil is de afstand tussen mensen die er afstand deden van zichzelf: zij wilden slechts de plaatsen maken voor de huid die hen als mens beschermt. niemand had het lachen niemand […]
fraai
de vrouw waarop ik draai is een platvloerse sloerie: het soort waarmee je niet of toch niet in haar bed vooraleer je die nachtomrande naden in je daden schriftelijk & onomstotelijk hebt bijgezet maar het samengaan van haar gedachten met het golven van haar onwil brengt mijn zinnen in vervoering tot een feit van dierbaar […]
weet ge wat
weet ge wat schoon is vroeg ze nee dat weet ik niet en ze wees naar haar bollen wat waren die bollen toch bollen maar bollen bedoel ik het waren haar wortels maar weet ge wat schoon is vroeg ze nee zei ik onnozele piet wat schoon is heb ik hier tussen mijn billen maar […]
Ik wil tikken op het raam maar mijn hand is ingewikkeld in witte repen gaas zoals bij een mummie. Buiten staat een vrouw te dansen rond een fakkel in het midden van de binnenplaats. Ze danst & danst & haar dansen wekt het dansen in je brein, maar het zwaaien van haar weelderige jurk komt […]
Marijke Verkaart
In een prieeltje uitgeharkt in de onaflatende opwelling van g*ds grote gemoed, een scheet waarvan de stank geen namen heeft, zit een naarstig wijf bot te vloeken. De wanden druipen glanzend van het ijzige niets & vermenigvuldigen de kleine okeren ruimte eindeloos. Je hoort haar afwisselend zuchten, tieren, met rauwe keelklanken alles & iedereen onverstaanbaar […]
alles kan korter
wij zijn uw schuldenaren wij stappen & strompelen in rijen twee aan twee gebonden opdat het rot van de ene het rot van de andere verder kan aansteken & wij tot elkanders spiegel versmelten kunnen maar niet te snel want gij rukt ook nog somtijds aan onze touwen opdat de horror zich mooier zou aftekenen […]