Vlak 17
[duet van izeganz & reva]
In deze stad van palen, blokken, adders en cimbalen
duwt jouw stem de klacht uit droeve luchten,
breekt jouw lichaam verte in de volgestouwde straten aan.
Onze hond verdraagt het niet en blaft om stilte. En ik,
jouw licht ontzegt mij al het recht op spreken,
jouw stralen doet mij in jouw klaarte openbreken.
Ik draai het deksel op dit kolken liever niet meer open.
Niets verhardt het donkere woelen daar tot klare schijn.
Jouw mes haalt echter laag na laag de dikke aangroei open en
het bloeden bindt de golven pijn in golven aan de pijn. En ik,
bij elke aanblik los ik in jouw wilde tover op,
bij elke wending valt het zingen als een bodem uit mijn lijf.
Jij draait jouw lichaam als een lampje in het zonlicht aan
de zon verzakt, mijn hand vermolmt en jij blijft staan.
De dood heeft in jouw licht nu ook zijn evidente zin.
Jij werd mijn weg, mijn weg is nu verbijstering. En ik,
ik heb mijn zwijgen met jouw zwijgen toegedekt,
ik heb de klacht in hoger trillen doen vergaan.
rev.23/03/2018