Gerrit Komrij, die nu blijkens schrijfsels op een blogspot het zieltogende postmodernisme toch al een beetje kan lokaliseren, heeft voor het overige ( dat is meestal nogal wat) natuurlijk groot gelijk: de boel stort in, niets houdt nog stand, niemand houdt nog van hem.
Hij staat nog flink te woord, daar mangelt het niet vlug bij de ouwe Rij, maar Iemand zou hem toch ’s moeten diets maken dat een webstek(ske) niet echt veel uitstaans heeft met het Vlaamse vuurke stook spelen, een bezigheid voor blonde Zichemse jongetjes in korte broek.
Maar ja, dus, die enge veranderende wereld toch. Zelfs in onze knusse kesselse helletjes is het kermis: waar je vroeger met rode wangen diende staande te houden dat je de Playboy, dat dubieuze boekje met Centrale Werkplaatsen, om de interessante teksten kocht, kan je de laatste dagen breed zwaaiend naar de zacht-pornografische spotprenten van Drs Maanzaad vrolijk blijven beweren dat je al dat interessants écht wel ongelezen laat.
Otherwise, op PK-LP heden twee essays :
- VerDNAeringen is een diepgaande analyse van het gedicht Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen van Tonnus Oosterhoff door kersvers KesselPoet RUTGER H. CORNETS DE GROOT
- purple prose. een probeersel omtrent het verpurperen, van uw dienaar, heeft nu wéér een spelfout minder en
stebendstevent op noodlottige wijze af op finale voltooidheid, het verleden, een uit, het woelsnuitige varkentje Game Over. Straks dien ik het nog ergens ter druk aan te bieden.
Deze tekst gaat óók al over een veranderend WIJ. Iemand, zou Van Bastelaere zeggen, heeft Ergens een Bres geslagen.
Zoals gezegd : ter plaatse gelardeerd met uiterst opwekkende poëtische allumeuses van Heer Maanzaad.