ALL PREDICATION IS AN ASSAULT UPON THE FREEDOM OF MAN. POETRY, AS I CONCEIVE OF IT, IS NO LONGER THE HANDMAIDEN OF PRINCES, PRELATES, POLITICIANS, PARTIES, OR EVEN THE PEOPLE. IT IS AT LAST ITSELF: A PHONETIC PHENOMENON IN ITSELF VOCAL OF PSYCHOPHYSICAL ORIGIN AND OBJECTIVELY STRUCTURED WITH THE HELP OF WORDS, SOUNDS AND MECHANICAL AND GRAPHIC MEANS (RECORDINGS AND SCRIPTS)
THE PURELY VISUAL VERBAL DOES NOT EXIST. IT ROUSES ALWAYS THE SOUND OR NOISE FROM WHENCE IT SPRINGS AND FOR WHICH IT IS THE SIGN. THE POEM IS EITHER AN AUDIBLE EMISSION OF RESPIRATION (AUDITION) OR A SILENT ONE (READING), CREATIVELY ADULATED, PROVOKED BY THE NEED TO SAY SOMETHING, IT REFERS TO NOTHING OTHER THAN THE SENSIBILITY OF BEING (PRESENT AND PLANETARY) THIS IS WHAT I UNDERSTAND AS THE OBJECTIVE INTENTION OF VOCAL SONORITIES: A COMMUNICATION IN CONCERT OF SPONTANEOUSLY CREATIVE VIBRATIONS.
PHONETIC POETRY CANNOT EXIST WITHOUT A REINVENTION OF THE RECITATION, THAT IS TO SAY THE SONORIZATION OR THE MANIPULATION OF SOUND. ACTUALLY ALL DEPENDS UPON THE NEW POSSIBILITIES OF MECHANICAL EXPRESSION FOR REALIZATION OF THE TRANSMISSION OF THE TOTAL SENSIBILITY OF THE POEM, ITSELF AT BOTTOM PART OF THE TOTAL KINETIC SPECTACLE WHICH HENRI CHOPIN PROVIDES THROUGH THE INEVITABLE USE OF THE MACHINE WHICH BREAKS THE VOICE UP INTO WAVES.
THE SOUND WORK IS THE RESULT OF TEAMWORK UNDER THE DIRECTION OF THE POET, AND THE IDEAL REPRODUCTION IS THAT WHICH IS CUT ON HIGH-FIDELITY RECORDS. THERE AGAIN THE MACHINE IS INDISPENSABLE. IT GOES \WITHOUT SAYING THAT THE RECITOR (IF IT IS NOT THE POET) AND THE ENGINEER OF SOUNDS (\WHERE MY RECORDINGS ARE CONCERNED) HAVE CONTRIBUTED PERSONALLY TO THE ORIGINALITY OF THE REALIZATION. THE DAWN OF THE ERA OF ELECTRONIC POETRY IS NO LONGER A FIGMENT OF THE IMAGINATION.
Heb hier nog een exemplaar liggen van het essay met bloemlezing “Poëzie in fusie” uit 1968 van de Vree. Uitgegeven in Lier, mijn geboortestad, bij de Bladen voor de Poezië, waartussen mijn moeder mij vond op een hete zomerdag in juli 1962.
Het lijk van Marilyn Monroe was pas ontdekt, & ik lag dus hoegenaamd niet tussen de koolrabi’s zoals kwatongen blijven beweren. Om totaal andere redenen ben ik dat boekje maar aan het inscannen heden, onderwijl krijg ik het ook nog ’s gelezen. Jaja, Google zal dat ook wel doen, dat inscannen toch, uiteindelijk, maar die hebben daar zo geen plezier aan.
Geen idee of ik daar ooit door geraak, het corrigeren van de OCR is behoorlijk lastig, misschien geef ik het wel weer op na effie. Ondertussen is er dan toch alweer een kathedraalblogje gewijd aan Paul de Vree op devree.wordpress.com.
Alles gratis, belangenloos, open source enzo maar als iemand zich godbetert benadeeld zoude voelen, ach, wel dan moet ie maar gillen.
Overigens, weet er nou iemand of die de Vree nu familie was van Freddy De Vree of niet? Een domme vraag, ik weet het, maar een antwoord kwam ik nog niet tegen. Misschien is dat ook wel een beetje taboe wegens het oorlogsverleden van Paul & het felle anti-nationalisme van Freddy?
Zie je: onkunde & onduidelijkheid leiden linea recta naar roddel en quatch, zeker op internet waar iedereen alles maar voor [vul uw percentage in] % leest…