korzelig de zalmscheutige
mens in zijn bedding
breekt & bonkt zich het
broze beenaderarmige
op de bonk- & breekstuurkolom
onderweg naar ikea (o ronkende
bromt in het dolhoofd de boertige
trom), haalt dan
- met imponerende stevigheid
de hebberige kindertengels
van het lichamelijk voelbare
tankbeurten af –
ting ting gulpt de slangtang, de auto
zakt door de wielen, de tang
haakt in de bak, de bak
slokt;
- pff-pff-pfft zich ten tweede male
de schouders op, - dan open, dabt diep met
bloedmorsige handen
in het bosbessenblauwe
yoghurtoog
zwelgt in een kerststorm vol bolle naaktverlokkingen
van uitzwermende rode glijwagenmannen
met blondgeil beglansde taartverpakkingen
het soort waarvoor je graag de vingers voor uitzet
in de hoop stiekem de rente –
het schermvet voor 20XX
overigens nu al bekend het wordt
langdradiger dan ooit maar meer
van het bekende krolse zwartkolken.
Tot slot, in sync met het ontwaken
het spuugsel van wasautomaten
in toeslibbende glanswitte badkuipen
gorgelt en kotst de Verlossing
(forthcoming, order now) –