het vrouwelijke zwijgen siert haar puntjes
de tijden rust waar het hebberige hijgen
haar leegte laat vermanen vol
het lege met sierlijke stilte wijl
tussenregelige arrangementen
strijken het niets uit
dagelijks dunner
tot zonnig & dunst
ze heeft haar schaapjes droog
& scheert de wol op hoge
hakken nu dat ook
weer onder vrouwen kan
de kinders hoor je op tv
het eigen ruisprogramma instuderen:
als moeder zong
dan vader’s zeurcyclus
van nul begon