MONADOLOGISCH
Or cette liaison ou cet accommodement de toutes les choses créées à chacune, et de chacune à toutes les autres, fait que chaque substance simple a des rapports qui expriment toutes les autres, et qu’elle est par conséquent un miroir vivant perpétuel de l’univers.
Leibniz, Monadologie §56
zo het lijf is u op het lijf
op het lijf is u dit lijf
het tekstuele tintelen
van spieren in de aanloop
naar hun spierzijn, bv.
het loopt zich loops aan ieder
te verzwijgen zoals het heden
aan weldra daarvan herinnering
zo dit lijf zo evenmin
zo aarzelt niet de fauverij
het oude zich zet zich erin
alsof het zich een hansvers
feller wenstte, schrijft, geschreven, alles
is wat issen moet & dat wat o het dat wat
ik u ook
onthou
dat alles is & dit
u ingeschreven ookuitloopt, nog, uit [waarlijk] zie
het mij als bloed mij het hoofd uit
gutsen, toen ik mij, nu ik mijover de reling boog
de reling buig
de reling
boog& viel, het vallen
dat de regen aandeed
& het jurkje zomerschijn & alles &wat dan nog want
zo is het lijf u op het lijf
zo steeds de leien op de leien af
geschreven zoals ik mijin dit u hoor
de metterzeese tijd in schelpberekeningen
de uitdraai van de huiswens van een weekdier
in het continuum van de niet-materiële materiezoals ik mij in dit u van u hier hoor
te verhullen & daarin u dan
daarvan de witte pluisjes blaas,
zo is het lijf u op dit lijf
terdege ingeschreven.
dv 2007, uit “101 Eigentijdse aanroepingen van de Muze”, terzijnertijd beschikbaar in de handel.