niet zeg ik nee maar wij hebben geen keuze zegt ze nee zeg ik in kringen niet dat
wij vallen maar wij vallen niet samen het kermt & het galmt als ik je download de kabels
gonzen zo al genoeg. Niet zeg ik hoorbaar het niet aan niet nee niet herhaal ik het doen
buitenissig wij hebben wij hebben geen keuze immers de woorden lopen als potvissen
de woorden af & op naar het droge wij hebben het hebben, het eb & het eventjes piepen
slechts het vooronderstellende zijn wij de wiegbuik zijn wij wij nemen de benen eer het
gebeuren ons ontstellen kan eer de benen ons de harten scheiden eer ons de leegte
& het stof de gevreesde echo echo nieuwe echo aanreiken eer de talisman zich van het
koortje breekt & duizend stukjes onheil naar de vloer terug suizen daar zij daarnet daarvan
opvlogen. Het mooie van ons, gij daar met uw blinkoogjes waar de troost nu nee nu
in losbarst, is dat wij onze schoonheid niet vatten kunnen dat wij de verwekkingen
niet de baas zijn dat het ons zelfs overvalt als we het vakkundig versnijden wegsnuiven
oppotten, in pillen draaien, afknotten, de strot toenijpen, er met benagelde plankgesels
uitranselen, met stalen tippen afstampen, behoorlijk ijzerhoudend laten buikploffen op-
schrijven zelfs in vurige letters die de aarde met aarde doen branden tot het ons opvalt dat